Jeroen Daniels staat met zijn armen in elkaar gevouwen voor een gebouw.

Hoe begeleid je cliënten die een misdrijf hebben gepleegd?

Ervaringen uit de tbs-kliniek

Jeroen Daniels werkt bij een tbs-kliniek met cliënten die in de gevangenis hebben gezeten door misdrijven zoals moorden, betrokkenheid bij de maffia of brandstichting. We vroegen hem hoe het is om cliënten te begeleiden die een delict hebben gepleegd. Ervaart hij ethische dilemma’s bij het begeleiden? Hoe zorg je voor jouw veiligheid als begeleider? Wat zijn de grootste uitdagingen? Hij deelt wat hij de afgelopen jaren heeft geleerd.

Hoe begeleid je cliënten waarvan je weet dat ze een ernstig misdrijf hebben gepleegd? 

“Ik maak eerst kennis met een cliënt zonder dat ik zijn of haar dossier heb gelezen. Zo ontmoette ik eens een vrouw die heel vriendelijk, slim en charismatisch was. Ik weet nog dat ik dacht: wat doe jij hier nou? Na de kennismaking vind ik het wel belangrijk om de dossiers te lezen, voor mijn eigen veiligheid. Toen las ik bij haar dat ze in een psychose haar ene dochter had vermoord en haar andere dochter ernstig had beschadigd. Met een mes had ze zo’n veertig sneetjes in haar huid gemaakt. Ik viel bijna van mijn stoel van verbazing, was dat die vrouw die ik net sprak?”

Portretfoto van Jeroen Daniels

“Toch helpt het om onbevooroordeeld kennis te maken met een ander. Ik kan dan beide kanten van een persoon zien. De gruwelijke dingen die ze heeft gedaan, maar ook dat ze heel vriendelijk kan zijn. Daarnaast geloof ik er persoonlijk wel in dat je een psychose kan krijgen en je daarna niet kan herinneren wat je hebt gedaan. Vaak denken mensen dat alleen verslaafden een psychose krijgen, maar na enkele keren drugs gebruiken kan dat ook al gebeuren. Dat perspectief helpt ook om een ander beter te begrijpen.”

“Het brengt je ook verrassende inzichten. Ik heb een keer gedacht bij een cliënt dat als ik dezelfde situatie zou hebben meegemaakt, dat ik misschien ook wel had gehandeld zoals hij.”

Hoe zie je zo’n cliënt dan?

“Vaak krijgt iemand met dit verhaal meteen het etiket ‘moordenaar’. Ik geloof dat ze meer zijn dan het misdrijf dat ze hebben gepleegd. Natuurlijk vind ik het goed dat ze dan in een tbs-kliniek zitten en niet vrij rondlopen, maar ik vind bijvoorbeeld wel dat deze vrouw meer verdient dan het label ‘moordenaar.’ Bij veel cliënten kan er binnenin nog wel wat goeds zitten.” 

“Misdrijven keur ik nooit goed, maar bij sommige cliënten kan ik zelfs begrip opbrengen voor de situatie. Zo had ik bijvoorbeeld een keer een cliënt die jarenlang door zijn vader misbruikt en verkracht is. Om het te stoppen, heeft hij zijn vader met een bijl proberen te vermoorden. Dat is niet gelukt en nu zit hij vast. Ik kan niet uitsluiten dat ik wat anders had gedaan in zijn situatie. Zulke dingen gebeuren niet alleen bij ‘slechte’ mensen, het kan iedereen overkomen. Je hebt dat inlevingsvermogen en begrip nodig om met deze doelgroep te werken.”

Vind je het lastiger om je in te leven in cliënten die onaardig zijn?

“Dat is lastiger, die cliënten heb je er ook tussen zitten. Je bent dan eerder geneigd om een beetje kortaf te zijn. Want iemand heeft een misdrijf gepleegd, luistert niet en doet ook nog eens onaardig tegen je. Met het team focussen we ons dan meer op hoe we goed contact kunnen krijgen en gewenst gedrag kunnen stimuleren bij de cliënt. Soms duurt het wat langer om het vertrouwen te winnen van een ander, maar na een tijdje zie je vaak dat een ander toch meer over zichzelf of zelfs zijn delict gaat vertellen. Dan kun je een ander echt gaan begeleiden.”

“Ik zal een cliënt nooit volledig vertrouwen, maar ik probeer wel het vertrouwen te winnen zodat ik een ander kan begeleiden.”

Waar moet je voor waken als je bij een tbs-kliniek werkt?

“Na een tijdje gaat het werk wennen en dat mag ook, maar je moet wel altijd alert blijven. Je moet nooit alleen op de groep staan met cliënten of alleen een kamer met ze ingaan. Het liefste willen we er altijd met zijn tweeën of zelfs drieën staan. Hoe veilig het ook lijkt, er kan altijd wat gebeuren.”


“Een tijdje terug was er hierdoor nog een incident gebeurd. Iemand die er al heel lang werkte, had een week eerder mot gehad met een cliënt. De cliënt deed heel aardig en wilde hem een hand geven om het goed te maken. Toen probeerde hij de begeleider te wurgen, echt met de intentie om hem te vermoorden. Ze kwamen in een worsteling terecht en de cliënt probeerde zijn ogen uit te steken. Er waren geen andere mensen op de groep en hij kon niet meteen op het alarm drukken, omdat hij bezig was met verweren.” 

Een portofoon vastgepind aan een broek die vastgehouden wordt door een begeleider.

“Dat is een voorbeeld waarom je niet moet vallen voor schijnveiligheid. Omdat iets bekend is, kan het helemaal veilig lijken. Maar honderd procent veilig is het bij een tbs-kliniek nooit. Daarom heb je voor de veiligheid altijd meerdere paar ogen nodig.”

Voel je wel eens angst?

“Nee, nooit. Wel heb ik een keer aangifte gedaan, omdat een cliënt tijdens een fixatie vier keer in mijn gezicht spuugde. De aangifte wordt dan onderdeel van zijn dossier. Om de twee jaar wordt een tbs'er beoordeeld op vrijlating of verlenging. Daarom is dossieropbouw belangrijk.”
“Echt angst voelde ik niet. Als ik dat zou hebben, zou ik het altijd aangeven. Een cliënt voelt dat, dan kan ik geen goede begeleider zijn en wordt de situatie onveilig. Veel mensen zijn geneigd zich over de angst heen te zetten, maar dan wordt het van kwaad tot erger. Het voelen van angst is niet zwak. Het is juist heel krachtig als je dat kan aangeven. Dat houdt de situatie veilig.”